Week van de Avonturenfilm: The Adventures of Robin Hood [1938 - Michael Curtiz, William Keighley]


Filmhistorici en –liefhebbers beschouwen 1939 (terecht) al het gouden jaar van Hollywood. In eerdere posts heb ik geschreven over een aantal topfilms uit dit jaar: "Stagecoach", "The Hunchback Of Notre Dame", "Destry Rides Again" en "Mr Smith in Washington". Maar de bekendste films uit het jaar 1939 zijn zonder twijfel “The Wizard Of Oz” en “Gone With The Wind”, twee films die zich onderscheiden doordat ze gefilmd waren volgens een procedé dat een nieuwe standaard zou zetten voor films: Three Strip Technicolor. We hebben het hier niet over de eerste kleurenfilms, zelfs niet over de eerste Technicolor-films. Thomas Edison bracht in 1895 “Serpentine Dance” uit en ook George Meliès produceerde kleurenfilms waaronder “Joan Of Arc” in 1900.

Hiervoor werd elk frame met de hand ingekleurd, een kostbare (want zeer arbeidsintensieve) methode die niet betaalbaar was voor de meeste filmproducenten Herbert Kalmus was de visionair die geduldig werkte aan een procedé dat niet alleen een mooi resultaat zou opleveren, maar ook betaalbaar en gemakkelijk in gebruik en onderhoud was. Hoe mooi Technicolor kon zijn bleek in de eerste Technicolorfilm: “Toll Of The Sea” [1922], een weinig bijzonder melodrama dat echter een enorme hit werd vanwege het gebruik van kleur. Deze film was gefilmd in Two Strip Technicolor, een ingewikkeld proces (in begrijpelijke taal uitgelegd in een video van het George Eastman Museum) dat overigens niet het volledige kleurenspectrum vast kon leggen.

De complexiteit en de kosten betekenden dat Kalmus verder moest werken. De doorbraak kwam in 1933 toen
Walt Disney (nog zo’n filmpionier) besloot om de opvolger Three Strip Technicolor te gebruiken voor de animatiefilm “Three Little Pigs”. In 1935 verscheen "Becky Sharp", de eerste grote Hollywoodproductie in het vernieuwde Technicolor. De meningen waren verdeeld, omdat hoofdrolspeelster Miriam Hopkins een ietwat onnatuurlijke huidskleur bleek te hebben. In 1937 waren de Technicolor-films “Nothing Sacred” en “A Star Is Born” enorme successen en een jaar later verscheen de film die de definitieve doorbraak bleek voor Kalmus: het kleurrijke avonturenspektakel “The Adventures Of Robin Hood”. 

Dit is (weer) zo’n voorbeeld van een film waarin alles blijkt te kloppen. Niet voor niets zijn de recensies lovend, scoort het hoog op
IMDB en wist het 3 van de 4 Oscarnominaties te verzilveren. Carl Jules Weyl won voor de Art Direction (waarbij Technicolor zo’n belangrijke rol speelde), Ralph Dawson voor de montage en wonderkind Erich Wolfgang Korngold (volgens velen de Mozart van zijn generatie) mocht de prijs voor Best Original Score in ontvangst nemen. Het verhaal is bekend: Robin Hood [Errol Flynn] leidt een groep ‘Merry Men’ bestaande uit mensen die alles verloren hebben sinds de even charismatische als gewiekste John [Claude Rains] zichzelf benoemd heeft als regent omdat de koning, Johns broer Richard The Lionheart, spoorloos is verdwenen.
Wanneer John het gerucht verspreid dat Richard is ontvoerd en er losgeld nodig is om hem vrij te krijgen, ziet hij niet alleen zijn kans schoon om meer geld van zijn bevolking te ‘innen’, maar ook om zich tot koning te laten kronen. Robin Hood steekt daar een stokje voor met de hulp van. Will Scarlett [Patrick Knowles], Little John [Alan Hale] en Friar Tuck [Eugene Palette]. Hij moet daarvoor echter degens kruizen met de formidabele Sir Guy of Gisbourne [Basil Rathbone] en de lafhartige High Sheriff of Nottingham [Melville Cooper].  Wanneer Robin bij een overval kennis maakt met Lady Marian [Olivia de Havilland], een vertrouweling aan het hof, is zij aanvankelijk uiteraard vijandig maar geleidelijk begint ze in te zien dat Robin (zelf een ridder) niet strijdt voor eigen gewin maar tegen de onderdrukking van de allerarmsten.

Claude Rains is één van mijn favoriete karakteracteurs sinds ik hem zag in Hitchcocks “Notorious” en hij geeft hier één van zijn beste vertolkingen. Basil Rathbone was een uitstekende degenvechter en trainde weken om zich voor te bereiden op de finale, waarin hij als  Sir Guy een langdurig duel uitvecht met Robin Hood. Filmhistorici beschouwen dit gevecht als één van de beste ooit gefilmd. In 1955 deed hij dat gevecht nog eens over in de briljante persiflage “The Court Jester” (één van mijn favoriete films aller tijden), deze keer met een hilarische Danny Kaye als tegenstander. Olivia de Havilland en Errol Flynn zijn zeer aantrekkelijk en vormen één van de meest gedenkwaardige koppels uit de filmgeschiedenis. Deze film maakte Flynn tot een 
wereldster, maar de studio’s namen hem minder serieus en hoewel hij nog gedenkwaardige rollen zou spelen in “The Private Lives of Elizabeth and Essex” (1939), “The Sea Hawk” (1940) en “Gentleman Jim” (1942), bleef dit de film waarvoor hij altijd herinnerd zou worden. Hij stierf, vergeten door velen, op 50-jarige leeftijd. Maar nieuwe generaties blijven de tijdloosheid van deze film en vooral van het universele verhaal waarop het is gebaseerd ontdekken. Zoals Bela Lugosi in ieders geheugen gegrift staat als de enige échte Dracula, zo is er maar één Robin Hood en dat is Errol Flynn... Forever, want bijna 80 jaar later is er nog steeds niemand die aan hem kan tippen.

Reacties